';
KaRo Prinses van Burundi

Zoom in

Artikelnummer: 4
Neolamprologus brichardi

Prinses van Burundi - Neolamprologus brichardi

Herkomst

Ze behoren tot de familie van de cichliden (Cichlidae). Deze Afrikaanse cichliden leven uitsluitend in het Tanganyika-meer in Afrika. Ze komen er zowat langs de gehele kustlijn voor en leven er op een diepte van 5 tot 15 meter. Door de grootte van hun leefgebied zijn er variaties in kleur en tekening terug te vinden. Hun habitat bestaat er vooral uit rotsen die voor vele verstopplaatsen zorgen. En verder bijna geen planten.

Afmetingen

Ze worden gemiddeld zo’n 8 à 10cm lang.

Levensverwachting

Onder de juiste omstandigheden worden ze gemiddeld zo’n 4 tot 6 jaar oud.

Uiterlijk

Deze cichliden vallen op door de accenten in het vinnen. Hun lichaam is eenvoudig, maar mooi, zilvergrijs gekleurd. Op hun kop hebben ze aan elk oog een zwart streepje (masker) en meestal een mooie, blauwe glans. Bij sommige zijn de vinnen ook zilvergrijs, bij andere licht gelig. Maar ze danken hun sierlijke verschijning vooral aan hun mooie, lange vinnen, die opvallend witblauw afgelijnd zijn.

Geslachtsonderscheid

Bij jonge visjes is het verschil niet te zien. De volwassen mannetjes zijn meestal iets groter / langer dan de vrouwtjes, ook hebben ze vaak een iets grotere / robuustere kop. En tenslotte hebben de mannetjes langere, iets spitsere vinnen dan de vrouwtjes.

Aquarium

Het zijn sterke vissen, die per koppel of in een schooltje kunnen gehouden worden. Belangrijk is dan meer vrouwtjes te voorzien dan mannetjes. Ze kunnen enkel gecombineerd worden met andere cichlide soorten, liefst van het Tanganyika-meer, liefst meer stevige soorten. Ze kunnen heel territoriaal zijn, zeker als er jongen bij zwemmen.

Een aquarium van minimaal 80L is aan te raden voor een koppel en een groter aquarium voor een schooltje van deze cichliden. Voor de inrichting van het aquarium moeten vooral rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden, om zo voldoende schuilplaatsen te creëren. Als er echte planten in het aquarium gezet worden, zullen deze niet lang leven, enkel stevige planten zoals anubias en vallisneria gigantea zijn geschikt.

Het zijn actieve vissen, die veel vrije zwemruimte vragen in hun aquarium en vooral onderin en in het midden rondzwemmen. Tip: gebruik fijn, donker grind of rivierzand, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur ligt ergens tussen 22 en 25°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 7.0 tot maximaal 8.0, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).

Verzorging

Het houden van deze cichliden eist weinig ervaring, mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 20% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een ruim aquarium met een sterke filtering en een matige stroming.

Kweken

Het kweken is eenvoudig. Zorg voor een koppel, het is ideaal als ze zelf hun partner kunnen kiezen in een groep. De eitjes (40 tot 150 stuks per nest) worden ergens in een holte tussen de stenen en rotsen afgezet. Het vrouwtje is dan soms een tijdje (enkele dagen) niet te zien wanneer ze de eitjes bewaakt. Het koppel verzorgt en bewaakt de jongen nadien nog maanden, ook al zijn er al volgende nesten. Meerdere generaties kunnen zo één kolonie vormen. De jongen eten stofvoer, heel fijn vlokkenvoer en artemia-naupliën.

Voeding

Van nature zijn het carnivoren, die vooral insecten, kleine garnaaltjes en mosselen eten, maar in een aquarium zijn het makkelijke eters die niet kieskeurig zijn. Ze eten droogvoer (vlokken en granulaat) en er bestaan speciale vlokken- en granulaatvoedingen voor cichliden. Geef ook regelmatig levend- of diepvriesvoer, zoals muggenlarven, mysis, artemia en tubifex, maar let op met rode muggenlarven, geef dit met mate!

Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!

Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen. Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 tot anderhalve minuut op krijgen.